A. Het opleidingsinstituut dat de nascholing geeft is erkend door de SPPD of het CRKBO en/of het NRTO of valt onder het reguliere, door de overheid erkende onderwijs.

B. Daarnaast heeft de docent een diploma en/of een door de nederlandse overheid afgegeven onderwijsbevoegdheid die aansluit bij het lesonderdeel wat deze docent geeft.

C. Een docent uit het buitenland heeft een diploma van een in het land van herkomst erkende opleiding 

D. Als de docent niet is aangesloten bij één van de onder punt A genoemde organisaties dan gelden de regels genoemd onder punt B  of C én vraagt de docent na afloop van de nascholing aan iedere deelnemer om schriftelijk te evalueren. 

E. Wanneer een educatieve activiteit niet voldoet aan bovenstaande eisen, staat het de aanvrager vrij deze voor te leggen aan het bestuur en/of de Raad van Advies  van de SPPD ter beoordeling.